Matthijs Roling

Matthijs Röling geboren te Oostkapelle in 1943, overleden te Ezinge op 10 juli 2024. Matthijs Röling kan worden beschouwd als geestverwant van de 3e generatie van de Groep van de figuratieve abstractie.

Matthijs Röling is op 10 juli 2024 overleden in zijn woonplaats Ezinge. Röling geldt als één van de meest bekende en bewonderende Nederlandse kunstschilder van de afgelopen decenia. Zijn veelzijdige werk is opgenomen in verschillende musea waaronder het Drents museum en zijn "eigen" museum Wierdenland in Ezinge.

Zijn liefde voor de kunst kreeg Röling van jongs af mee, want het ouderlijk huis hing vol met kunstwerken. Al op jonge leeftijd wist Matthijs Röling dat hij schilder wilde worden. Eerst volgde hij lessen aan de Haagse Academie voor Beeldende Kunsten en vervolgens bracht hij een jaar door aan de Rijksacademie te Amsterdam. Daar kreeg hij onder andere les van zijn oom G.V.A. Röling die als hoogleraar aan de instelling verbonden was. Deze was, net als Matthijs later, een docent pur sang die hem veel technische kennis van het schildersvak heeft bijgebracht. Beide opleidingen maakte hij niet af, hij zocht zijn eigen weg. Zijn vroegere werk uit de jaren zestig en zeventig is zeer realistisch geschilderd, uitgewerkt met fijne penselen. We zien er de klassieke elementen terug die deze stijl typeren, zoals het gebruik van objecten die naar het verleden verwijzen, stofuitdrukking en trompe l'oeil. Sommige werken hebben zelfs een allegorische betekenis gevonden zoals zijn bekende vierluik van de 'Vier Jaargetijden'. Het schilderen van de jaargetijden in de kastjes was eigenlijk een doorbraak in die tijd tegen de heersende kunstmode. Hij is er nationaal mee doorgebroken.

Vanaf de jaren tachtig schildert Röling op een impressionistische wijze, veel schetsmatiger. Zijn belangstelling heeft hij verlegd van het stilleven en de mythologie naar het naakt en mensfiguren. Kleur en de verhouding van de kleurvlakken tot elkaar bepalen nu de compositie. Landelijke bekendheid en waardering kreeg de kunstenaar met zijn monumentale wandschilderingen die hij samen met Wout Muller maakte. Begin jaren tachtig werd hij met Muller in de gelegenheid gesteld het Nijsinghuis te Eelde van wandschilderingen te voorzien waarna andere opdrachten in Noord-Nederland volgden. Samen met Wout Muller en Henk Helmantel stond hij in Groningen aan de wieg van het Noordelijk realisme.

Roling had een voorliefde voor schilders uit de renaissance en voor kunstenaars als Vermeer, Floris Verster, Dick Ket en Jan Mankes. Die voorliefde voor realisten en figuratieven kwam hem in een tijd waarin abstracte en conceptuele kunst in de mode waren op veel commentaar te staan.

Als één van de weinigen nam hij het in de jaren zeventig openlijk op voor de figuratieve schilderkunst. 'Dat alleenzaligmakende van de moderne kunst stond mij verschrikkelijk tegen. Ik ben een conservatief in die zin dat ik vind dat je het goede moet behouden aldus Roling. Hij ging stug door met waar hij mee bezig was: werken in de traditie van de eeuwenoude schilderkunst. Kunsthandels, galeries en musea waren steeds enthousiaster over zijn werk. In 1962 exposeerde hij al in Galerie de Mandelgang in Groningen, later volgden het provinciehuis en het Drents museum.

De thema's in Rölings werk zijn veelomvattend: stillevens, interieurs, portretten, naakten, landschappen en mythologische voorstellingen. Zijn stijl varieert van fijn realistisch tot impressionistisch, soms zijn beide stijlen in één werk terug te vinden. Niet zozeer het object zelf, maar de wijze waarop het geschilderd is, is voor hem van belang. De stofuitdrukking, lichtval en kleuren zijn de werkelijke reden om te schilderen. Zijn jeugd, het dagelijks leven en de klassieke oudheid zijn in grote inspiratiebronnen geweest. Het aardse paradijs en de eeuwige jeugd zijn thema's die hij ontleend heeft aan zijn eigen gelukkige jeugd op het landgoed Groenestein, waar hij als kind is opgegroeid; vol goede herinneringen aan zijn ouders. De kunstenaar ontkent niet dat zijn schilderijen soms een vlucht zijn uit de dagelijkse realiteit. 'Ik heb niet veel pretenties of boodschappen aan de wereld. Ik ben een escapist die naar elders verlangt, naar rust en genot; weg van deze rotwereld waar ik veel van houd.' Als schilder èn als voormalig docent aan de Academie Minerva te Groningen heeft Röling grote kennis van en belangstelling voor de kunstgeschiedenis. Niet alleen de Hollandse zeventiende-eeuwse schilderkunst, maar ook bijvoorbeeld Bonnard en Vuillard en de Italiaanse renaissanceschilders hebben hem sterk beïnvloed.

Naast zijn eigen kunstenaarsschap leidde Roling veel nieuwe kunstenaars op. Eerst bij de Academie Minerva, later bij de Klassieke Academie in Groningen. Roling was een opvallende persoon. Hij genoot van het leven, kwam graag in het café, maar kon ook intens genieten van de tuin bij zijn woning waar hij tot zijn dood met zijn vrouw woonde. Schilderen deed hij al jaren niet meer, zijn handen weigerden en zijn fysiek problemen werden groter.  Zijn 80e verjaardag werd nog groots gevierd met vier tentoonstellingen. Vlak voor zijn overlijden verklaarde Roling nog een fantastisch leven te hebben gehad.

1